Medio augustus stelden Atie en Jan schriftelijke vragen aan het college over de huidige “watergebruikers” van de Tramhaven. Aanleiding was het feit dat de ondernemers van het schip Linquenda II (degenen die ook zorgen voor de pontverbinding met Middelharnis) al jaren aan het lijntje worden gehouden. In de afgelopen jaren weigerde het college om een schriftelijk huurcontract aan te bieden, terwijl wel altijd netjes op tijd de huur betaald werd. In juli werden de huurders van water in de Tramhaven uitgenodigd voor een gesprek, zogenaamd over de “haventarieven”. In werkelijkheid kregen ze een wurgcontract aangeboden, dat van gemeentezijde binnen drie maanden opgezegd kan worden. En als ze de komende weken niet tekenen, dan moeten ze voor 1 januari a.s. wegwezen. GroenLinks hekelt de gang van zaken en vindt dat er in elk geval een schadevergoeding of een alternatieve vaste ligplaats geboden moet worden.

De beantwoording van onze vragen door het college was ronduit teleurstellend. Daarom kwamen we erop terug tijdens de raadsvergadering van vandaag. Nog vanochtend had de betrokken wethouder op de valreep een gesprek gehad met de betrokken ondernemers. Toch bleek tijdens de raadsvergadering dat hij zich onvoldoende had verdiept in dit dossier. Net als de raadsfracties van PvdA en IBH overigens. Na enkele vurige pleidooien van Atie en dankzij schorsing voor overleg werd uiteindelijk een GroenLinks-motie aangenomen waarin werd aangegeven dat de betrokken ondernemers recht hebben op een vervangende ligplaats en/of een bijbehorende schadevergoeding.

Al sinds 1982 is het Veerhavengebied onderwerp van studie. Sindsdien zijn er meerdere ideeën ontwikkeld waarin de combinatie van wonen en watergebonden bedrijvigheid centraal staat. Het ziet er naar uit dat het grote schaken in dit gebied begonnen is. Maar niet iedereen lijkt daarbij te worden betrokken. Deze vragen richten zich op het overleg met de huidige gebruikers van water in de Veerhaven-Tramhaven, die soms al meer dan tien jaar in onzekerheid verkeren.

In 2004 stelde de raad de “Visie op de watersport Hellevoetsluis” vast. In deze visie leek in de Tramhaven geen ruimte te bestaan voor vaste ligplaatsen voor de (bestaande) chartervaart. Tijdens de raadsbehandeling vroeg onze fractie om een zorgvuldige behandeling van de betrokkenen. Het college zegde toe dat “bestaande rechten niet worden geschonden, tenzij men andere alternatieven kan bieden in overleg met betrokkenen.” (Raad 6-5-2004)

In raadscommissieverband zijn de uitgangspunten voor het bouwplan Veerhaven uitgebreid aan de orde gekomen in februari/maart 2008. Op dat moment werd o.a. gesignaleerd: “Het schip Linquenda (en mogelijk ook andere ondernemers) is/zijn niet opgenomen in het overzicht met het bestaande bedrijfsmatig gebruik van de haven.” (raadscommissie WWR 19-3-2008). Als reactie daarop werd ten tijde van de vaststelling van de Nota van Uitgangspunten (B&W 1-7-2008) gesteld: “Eén van de onderdelen van het bouwplan is een voorstel voor de inrichting van de haven. In principe zal de inrichting volgend zijn aan de ontwikkelingen aan de kade. Hierbij zullen alle betrokken ondernemers worden betrokken.”

In de afgelopen maanden zijn de huurders van water in de Veerhaven benaderd door het college. Aan hen is een nieuwe huurovereenkomst voorgelegd. Daarbij gaat het zogenaamd om een aanpassing van de haventarieven, maar in werkelijkheid wordt een wurgcontract aangeboden dat de gemeente de mogelijkheid biedt om de huur binnen 3 maanden op te zeggen. En niet tekenen betekent: op 1 januari a.s. wegwezen.

De vragen van GroenLinks aan het college kunt u hieronder downloaden, evenals de beantwoording door het college en de door ons ingediende (en aangenomen) motie.