1. Is het college ervan op de hoogte dat



    a.     De firma Europarcs van plan is om op de camping De Stolk in het

            recreatiegebied 9 groepsaccommodaties te ontwikkelen voor 14 personen.

    b.     Realisering van dit plan zou betekenen dat  de bewoning van het onderhavige

            gebied van extensieve vakantie- en weekend benutting door een beperkt aantal

            bewoners over zal gaan op intensieve benutting door veel meer bewoners het

            hele jaar door.

    c.     Het zeer onwaarschijnlijk is dat de groepsaccommodaties het hele jaar door

            vakantiegangers bewoond zullen gaan worden.

    d.     Het zeer waarschijnlijk is dat de huizen een groot deel van het jaar door

            arbeidsmigranten bewoond zullen gaan worden.

    e.     Camping De Stolk grenst aan een kwetsbaar Natura 2000 gebied.

     
  2. Is het college met ons van mening



    a.     Dat het onderhavige gebied, gezien de nabijheid van het Natura 2000 gebied,

            niet geschikt is voor intensieve bewoning.

    b.     Vakantiewoningen in het recreatiegebied niet bestemd zij voor het huisvesten

            van arbeidsmigranten.

     
  3. Is het juist dat in het vigerende bestemmingsplan nog geen bestemming is opgenomen voor dit gebied en dat deze bebouwing dan ook vooruitloopt op invulling van het bestemmingsplan voor dit gebied?

     
  4. Is het college bereid te onderzoeken hoe een minder intensieve benutting van dit kwetsbare gebied gerealiseerd kan worden.