Het gemeentelijke sport- en cultuurfonds biedt mensen met een laag inkomen de mogelijkheid om met financiële ondersteuning van de gemeente toch deel te nemen aan sportieve of culturele activiteiten. Tot nu toe richtte het beleid zich in versterkte mate op kinderen van 12 tot 18 jaar. Samen met het CDA stelden wij voor om dit ook te laten gelden voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Na de nodige discussie werd dit gesteund door een meerderheid van de gemeenteraad. Het IBH ("Inwonersbelang") was tegen.

Ons voorstel was ingegeven vanuit twee invalshoeken.

Enerzijds vanuit het belang van sporten en bewegen door kinderen, dat vooral in de jonge levensjaren van groot belang is en dat kan bijdragen aan de motorische en algehele ontwikkeling van kinderen. En sporten in verenigingsverband brengt kinderen spelenderwijs normen en waarden bij en leert hen respect voor elkaar te hebben. Bovendien geeft sporten het gevoel erbij te horen en het is dus goed voor het opbouwen van eigenwaarde van kinderen. Het is dus van groot belang dat al op jonge leeftijd met sporten wordt begonnen, omdat dat de kans vergroot dat een kind later blijft doorsporten.

Anderzijds blijkt uit onderzoeken (onder andere van het NIBUD) dat gezinnen met kinderen met een inkomen rond het minimumloon het minst overhouden vergeleken met alleenstaanden of gezinnen zonder kinderen met eenzelfde inkomen. Zo bleek uit de tussenevaluatie van het gemeentelijk sport- en cultuurfonds dat voor een groot aantal kinderen kosten die te maken hebben met het onderwijs (schoolreis etc.) worden gedeclareerd bij dit fonds.

Daarom wilden we dat de gemeenteraad uitspraak dat de financiële situatie van een Hellevoets huishouden geen belemmering mag zijn om lid te worden van een sportvereniging. En dat het juist voor jonge kinderen (in de basisschoolleeftijd) belangrijk is lid te worden van een sportvereniging. En dat na aftrek van het geld voor een schoolreisje de nu geldende maximale bijdrage vanuit het Hellevoetse sport- en cultuurfonds voor kinderen van 4 tot 12 jaar te gering is om de kosten voor het sporten volledig te betalen.

Daarom stelden we, samen met het CDA, voor om de verhoging van de bijdrage per kind uit het sport- en cultuurfonds zoals die geldt voor gezinnen met kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar ook te laten gelden voor gezinnen met kinderen van 4 tot 12 jaar.

Na de nodige discussie werd ons voorstel gesteund door de meerderheid in de gemeenteraad. De raadsleden van het IBH waren tegen.