Vanavond besprak de gemeenteraad de zogenoemde Stadsvisie 2030. Volgens ons een document dat de naam "visie" niet verdient. Helaas blokkeren IBH en VVD een raadsbrede discussie.

Na lezing van het document “Stadsvisie 2030” concluderen wij dat er veel geld en energie is gestoken in het proces rondom de totstandkoming van deze zogenoemde stadsvisie, maar dat dat ten koste is gegaan van heldere, politieke keuzes. Eigenlijk is de benaming visie niet op z’n plaats.

De thema’s voor deze stadsvisie werden bepaald door onderzoek, waarbij éénderde van het burgerpanel en daarnaast slechts zo’n 130 inwoners reageerden. Dat is erg magertjes. Je kunt je afvragen hoeveel waarde zo’n onderzoek dan heeft, ook als je beseft dat de opbouw van de steekproef niet representatief is (er reageerden veel oudere mannen en weinig jongeren en vrouwen).

Uiteindelijk ligt er nu een document met een mengelmoes van meningen, trends, losse flodders en ambtelijke stokpaardjes. En wat nu uiteindelijk de visie van het college is is eigenlijk niet op te maken uit dit document.

Dat leidt dus tot de vraag of dit een communicatiebudget van 100.000 euro waard is geweest. Misschien een vraag om voor te leggen aan het stadspanel…

Tot zover het proces, nu de inhoud.

Allereerst valt op dat in dit document de ontwikkeling van Hellevoetsluis vooral wordt bezien vanuit het aantal woningen. Tot achter de komma. Maar een beeld van de ontwikkeling van de bevolkingssamenstelling krijgen we niet. En daarmee ontbreekt volgens ons een belangrijk thema, namelijk het binden van jongeren. Op dit moment namelijk is het woningaanbod en het onderwijsaanbod zodanig dat veel jongeren gedwongen worden om zich elders te vestigen, om niet terug te keren. Om de toch al vergrijzende bevolkingssamenstelling nog enigszins in balans te houden is het volgens ons nodig dat het beleid zich richt op het binden van jongeren aan onze regio. Met name door een uitbreiding van het onderwijsaanbod en het aanbieden van betaalbare woningen. Dat zou wat ons betreft een speerpunt moeten zijn.

Daar komt trouwens bij dat ook in de komende jaren het gemiddelde huishouden (nog) kleiner zal worden. Met een nog verder toenemende behoefte aan kleinere betaalbare woningen dus. De voorliggende stadsvisie is hiervoor volkomen blind. Hoezo, “aantrekkelijke woonstad”?

Deze stadsvisie gaat in het verlengde van de bestaande Woonvisie van de gemeente Hellevoetsluis uit van een nieuwbouwproductie van 200 woningen per jaar. Dat zijn zo’n 4.000 woningen tot het jaar 2030. Dat rekensommetje is makkelijk te maken. Maar pijnlijker wordt het wanneer je tracht te bedenken waar die woningen gebouwd zouden moeten worden. Waarom komt dat vraagstuk niet aan de orde in deze stadsvisie?

Kennelijk is een dergelijke nieuwbouwproductie nodig om het inwonersaantal van Hellevoetsluis rond de 40.000 te houden. Maar wat als we (letterlijk en figuurlijk) tegen onze grenzen aanlopen en er sprake is van een krimpende bevolking? Regionaal immers wordt rekening gehouden met een krimp op ons eiland. Opnieuw een elementair vraagstuk gemist dus.

De horizon van deze stadsvisie is 2030. Dan is het inmiddels meer dan vijftig jaar geleden dat Hellevoetsluis groeikern werd. En dus is op dat moment de resterende kwaliteit van de groeikernwijken volop aan de orde. Dat vergt voor grote delen van Hellevoetsluis een vorm van duurzame wijkverbetering. Helaas ontbreekt ook dat element.

Zowel tijdens de stadsvisie avond als in het eindrapport van de visie van de jeugd kwam de wens van een stadspark naar voren. Die wens wordt weggewimpeld onder een verwijzing naar het bestaande. Ten onrechte, vinden wij. Zo’n stadspark zou een welkome aanvulling op het bestaande zijn, met name voor de minder groene wijken. Het ontstaan van zo’n stadspark zou volgens ons samen kunnen vallen met de ontwikkeling van het gebied Vermaat/Rubber.

De vraag naar parkeerruimte wordt o.a. opgelost door wijkgroen op te offeren, zoals minder lage struiken. Dat lijkt ons niet de juiste richting. Geen opoffering van wijkgroen voor parkeerruimte, vinden wij.

Terecht gaat dit document in op de kwaliteit van het openbaar vervoer. Het idee van een transferium om de interlokale bereikbaarheid te verbeteren ondersteunen wij, evenals het ontstaan van bijzonder vervoer, bijvoorbeeld naar de Vesting. Wel moet daarbij het gevaar onderkend worden van een verslechtering van het lokale openbaar vervoer.

Indirect kan de bereikbaarheid van Hellevoetsluis worden verbeterd door een positievere woonwerkbalans. Nu nog werkt de helft van de Hellevoeters buiten het eiland Voorne-Putten.

Op het gebied van zorg en welzijn is het document zichtbaar zoekend. Visie ontbreekt hier in elk geval. Er wordt voorzichtig ingezet op mogelijke ontwikkelingen, waarbij nu al het gevaar van versnippering aanwezig is.

Het idee van woonzorgzones verdient snelle invoering. Daarbij is wel de keuze voor kleinschaligheid van belang, evenals het actief bevorderen van levensloopbestendige woningen, ook in de bestaande woningvoorraad.

Ook op het gebied van onderwijs is er geen sprake van een visie. Wakker geschrokken worden onderzoeken aangekondigd. Maar nadenken over het reguliere onderwijs is niet voldoende. Het goed beheersen van de Nederlandse taal is een essentiële voorwaarde om te kunnen meedoen in Hellevoetsluis. Dat ligt op het snijvlak van Sociale cohesie en Goed onderwijsaanbod. Steeds meer gemeenten pakken laaggeletterdheid op als een centraal thema bij de ontwikkeling van sociale samenhang. Ook Hellevoetsluis zou zich daarbij moeten aansluiten.

De paragraaf “Lokale economie” heeft het karakter van de buitenstaander achter de schrijftafel. Dat geldt in het bijzonder voor wat wordt genoemd “de kwestie van de twee centra”, nota bene in deze stadsvisie benoemd als de grootste zwakte van Hellevoetsluis. Wij zien echter absoluut geen bezwaar tegen het voortbestaan van zowel de historische kern De Vesting als winkelcentrum De Struytse Hoek. Beide centra kunnen elkaar juist versterken en aanvullen.

Wel is het zo dat een nieuwe visie op de detailhandel nodig is. Want met name in De Struytse Hoek is een sluipende neerwaartse spiraal zichtbaar.

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven begint met een actieve, uitnodigende gemeente. Stroperige procedures en juridische haarkloverij passen daar niet in. Toch zorgde juist dat in de afgelopen jaren voor het afhaken van uitbreidende bedrijvigheid.

Op het gebied van milieu en duurzaamheid is het erg magertjes. Waarom bijvoorbeeld geen uitspraak dat Hellevoetsluis in elk geval in 2030 een klimaatneutrale gemeente is, met een goed voorbeeld door de gemeentelijke organisatie zelf? Ook missen wij een uitspraak over de hoeveelheid en de kwaliteit van wijkgroen.

Wat wij in elk geval missen is een visie op ons waardevolle buitengebied.

De ontwikkeling van zowel natuur als recreatie wordt als één onderwerp beschreven. Onder diverse vage benamingen wordt de recreatiedruk op de polder opgevoerd. De erkenning van landschappelijke waarden ontbreekt hier nadrukkelijk.

Als speerpunt is in dit document een Evenementenbeleid benoemd. Met als extreme uitschieter de ambitie om de Olympische Spelen van 2028 mede te organiseren. Dromen is goed, maar hallucineren kan kwaad.

Opmerkelijk is dat in de uiteindelijke visie het scenario “Samen op Voorne” geen enkele rol meer speelt. En dat terwijl regionale samenwerking, na het straks wegvallen van de Stadsregio, een grote kans biedt die niet gemist kan worden.

Veel wijzigingsvoorstellen wat ons betreft dus. Om dat te kunnen vergelijken met de opvattingen van de overige raadsfracties stelden wij voor om onze fractiespecialisten met elkaar is discussie te laten gaan. Zichtbaar huiverig wezen IBH en VVD (een raadsmeerderheid) dat af. Er komt nog wel een discussie in commissieverband. We blijven ons inzetten.