Gisteren besprak de Hellevoetse gemeenteraad de zogenoemde Voorjaarsnota. Daarin zet het college de financiële stand van zaken op een rijtje. Daaronder ook de nieuwe uitgaven die zij wil doen. Na een lang debat stemde Groen Links Hellevoetsluis uiteindelijk tegen de Voorjaarsnota.

Volgens de fractie van GroenLinks kan de Voorjaarsnota 2007 worden samengevat in twee thema’s:

  • wie schrijft die blijft; en
  • wie niet wil leren gaat maar potverteren.

Om met het eerste thema te beginnen: Een bijlage bij deze Voorjaarsnota is een boekje met de zgn. topprioriteiten van het college. We hadden al een coalitiedocument. We hadden al een strategisch collegeplan. En nu ook nog eens dit. Hoe vaak kun je doorgaan met het herformuleren van beleid? En hoe daadkrachtig is een college dat een jaar na haar aantreden nog bezig is met het op papier zetten van haar prioriteiten?

Het beeld dat wij bij de begrotingsbehandeling hadden van dit college blijft een halfjaar later hetzelfde: het college komt nauwelijks met inhoudelijke beleidsvoorstellen; dit college past vooral op de winkel.

Duidelijk wordt nu in elk geval ook wat geen prioriteit heeft voor het college. Wij missen uitdrukkelijk een kwaliteitslag naar een beter en duurzamer openbaar groen.

En in eerdere beleidsdocumenten erkent het college dat aandacht nodig is voor de kwaliteit van de fietspaden, maar ook in deze Voorjaarsnota is er geen enkele aandacht voor.

En ondanks geruststellende geluiden van het college stellen wij vast dat ook in deze Voorjaarsnota niet wordt gerept over een nieuw milieubeleidsplan.

Een groen college zal het dus nooit worden.

Wij onderschrijven de keuze van het college om te komen tot een sluitende jeugdketen van harte. Maar juist dan ontgaat het ons waarom daarnaast een afzonderlijk en duur Antillianenproject in Hellevoetsluis nodig is (het gaat om ongeveer 300.000 Euro). Voor zover er al sprake is van iets als een Antillianenproblematiek zou dat volgens ons in samenwerking met de partners van de sluitende jeugdketen opgepakt moeten worden, ieder vanuit z’n eigen expertise en vanuit z’n eigen verantwoordelijkheid. En dus ook vanuit eigen scholings- en trainingsbudgetten.

Op het gebied van sociale zaken is zichtbaar dat het goed gaat met de uitstroom naar werk. Dus is het goed om door te gaan op de ingeslagen weg, hoewel wij wel graag een keer met het college van gedachten willen wisselen over de praktische (of beter gezegd: onpraktische) insteek waarvoor sommige integratiebedrijven kiezen.

Wat ons betreft is een nieuwe beleidsstap op het gebied van minima nodig. Naarmate de uitstroom naar werk toeneemt wordt namelijk zichtbaar hoe de zgn. armoedeval werkt. Tegenover het voordeel van betaald werk staat het nadeel van het wegvallen van allerlei inkomensondersteunende voorzieningen. Daarom vinden wij dat binnen het gemeentelijk minimabeleid voortaan een instrumentarium beschikbaar moet zijn dat mogelijkheden biedt tot 120% van het bijstandsniveau, in plaats van de huidige 110%. Een motie om dat te bereiken werd uitsluitend door het CDA gesteund.

Wij erkennen dat er soms sprake is van lichtpuntjes. Een collegekeuze die wij van harte onderschrijven is de overname van lichtschip Noordhinder. Hetzelfde geldt voor de continuering van de fietsenstalling bij de Struytse Hoek. De overname van het lichtschip is echter nog geen gelopen race: VVD en IBH (samen een meerderheid) hebben dit geschrapt uit de voorjaarsnota.

Dan het andere collegethema: Wie niet wil leren gaat maar potverteren.

In de komende drie jaar wil het college 2,3 miljoen aan reserves onttrekken, terwijl er daarnaast een voorlopig begrotingstekort van zo’n half miljoen per jaar zichtbaar is. Forse bedragen dus, die in het verleden zouden kunnen rekenen op een flinke schrobbering van Inwonersbelangen Hellevoetsluis.

Volgens het college is het allemaal simpel: “Door de inzet van reserves trachten wij het structurele karakter van de extra uitgaven zoveel mogelijk te beperken.” Ja, dank je de koekoek, was het maar zo simpel. Het structurele karakter van uitgaven kun je uitsluitend beperken door ze structureel te verlagen. En dus niet door uitsluitend de financiën voor de lopende collegeperiode te regelen.

De zichtbare forse tekorten bestaan zelfs ondanks draconische maatregelen. Zo gaat het college er gemakshalve vanuit dat er elk jaar een vertraging van investeringen komt waardoor op papier 150.000 per jaar bespaard zou worden. Een gruwel. Het college kan volgens ons beter een realistisch investeringsplan maken dan besparingen van gebakken lucht.

En het ergste is dat het college er uiteindelijk niet eens in slaagt om de ernst van de situatie weer te geven. In deze Voorjaarsnota wordt namelijk niet duidelijk hoeveel weerstandsvermogen benodigd is. Dat wordt weer eens een halfjaar uitgesteld.

We hebben van het college geen voorstellen mogen ontvangen over een aanpak van de voorliggende tekorten. En dus is niet duidelijk aan wie de rekening wordt gepresenteerd. Met één uitzondering: de financiering van de milieustraat. Want enerzijds stelt het college dat doorberekening van deze kosten in het tarief niet wenselijk wordt geacht. Maar anderzijds, op een andere plaats in deze voorjaarsnota, lezen we dat het half miljoen dat hiermee gemoeid is wordt bekostigd uit de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing, die bestaat uit te hoge tarieven uit het verleden die in principe terugbetaald zouden moeten worden aan de inwoners. Dus toch een sigaar uit eigen doos van de inwoners.

Dat geeft weinig vertrouwen voor de aanpak van de andere tekorten.

Uiteindelijk hebben we (in tegenstelling tot voorgaande jaren) tegen de Voorjaarsnota gestemd. Dat had vooral te maken met het feit dat wethouder De Jongh deze nota wilde gebruiken om haar Antillianen-aanpak erdoor te drukken.