Het college heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de subsidiehistorie van de Stichting Droogdok Jan Blanken. De raadsleden hebben in de afgelopen maanden kennis kunnen nemen van de onderzoeksrapporten, onder de oplegging van geheimhouding. De voortdurende discussie over deze geheimhouding heeft het college doen besluiten tot volledige openbaarmaking van deze rapporten. Daarom is het nu tijd voor een tussenbalans. Hieronder de visie van Groen Links Hellevoetsluis daarop.

Uit de (nu openbare) rapporten wordt in elk geval duidelijk wat er is misgegaan bij de Stichting Droogdok Jan Blanken. De combinatie van een overmoedig financieel beleid en administratieve achterstanden heeft geleid tot toenemende liquiditeitstekorten, die uiteindelijk niet meer te dempen waren. En als een soort “bijproduct” bij dit onderzoek kwam aan het licht dat voor een bedrag van bijna een half miljoen Euro aan subsidies ten onrechte ontvangen is, maar welbewust toch is besteed aan andere zaken. GroenLinks vindt dat in elk geval dat de stichting aan te rekenen is. Temeer omdat de accountant van de stichting meerdere malen heeft gewezen op deze tekortkoming. Daarmee heeft de stichting onverantwoordelijk gehandeld. 

Dat het college snel en ingrijpend heeft gehandeld toen de liquiditeitstekorten bekend werden is te prijzen. En ook de fractie van GroenLinks is het eens met de keuze voor sanering van de financiën rondom het droogdok, en dus niet voor faillissement. Wel zetten wij, evenals het afgetreden stichtingsbestuur overigens, vraagtekens bij de vraag hoeveel geld nodig is voor deze sanering. In de berekening van het college worden begrippen als exploitatietekorten, schulden en liquiditeitstekorten met elkaar verward. Daarover is nog steeds geen duidelijkheid. En daarmee kan eigenlijk ook geen antwoord worden gegeven op de vraag of de gemeente nu echt zit te wachten op het verwerven van het Pomphuys.

Hoe het ook zij, volgens ons een voldoende duidelijk beeld van het functioneren (of beter: disfunctioneren) van de stichting ontstaan.

Maar dat is één kant van het verhaal. Want juist een financieel-overmoedige stichting heeft als tegenhanger de checks en balances van een beheerste subsidiegever nodig. Niet een gemeente die droogjes dokt. Wat dat betreft stelt het college in haar openbare brief dat de gemeente “weinig doortastend, naïef en onjuist” heeft gehandeld. Dat zijn stevige termen en die hand in eigen boezem siert het college. De ernstige feiten die leiden tot die constatering zijn uitgebreid te lezen in het onderzoeksrapport.

Wij constateren in elk geval dat rondom deze subsidiëring geen organisatorische waarborgen waren ingebouwd.

Niet tegen het te laat of zelfs helemaal niet indienen van begrotingen.

Niet tegen het te laat of zelfs helemaal niet indienen van jaarstukken.

Niet tegen het afgeven van foutieve subsidiebeschikkingen.

Niet tegen het uitbetalen van hogere subsidies dan aangevraagd.

Niet tegen het uitbetalen van subsidies die hoger waren dan door de raad besloten.

Niet tegen het uitbetalen van bedragen aan een bankrekening waarop een voorspelbaar beslag werd gelegd.

Zelfs niet tegen dubbel declareren.

En als je dat allemaal op je in laat werken ontstaat de vraag wat ernstiger is: de financiële overmoed bij de stichting droogdok of de naïeve passiviteit bij de gemeente Hellevoetsluis. En als er in dit dossier zoveel steken zijn gevallen, hoe zit dat dan bij andere subsidiedossiers?

Het college deelt mee dat zij de algemeen directeur en de directeur middelen heeft gevraagd maatregelen te nemen binnen de gemeentelijke organisatie. Dat gaat ons niet ver genoeg. In elk geval op dit moment zetten wij grote vraagtekens bij het functioneren van de ambtelijke top, van de administratieve organisatie, van de interne controle en van de heersende organisatiecultuur. Die vragen kunnen volgens ons uitsluitend beantwoord worden door een onafhankelijk onderzoek, bijvoorbeeld door het instellen van een onderzoekscommissie door de raad. In de afgelopen raadsvergadering werd het instellen echter afgewezen door de fracties van de PvdA en Inwonersbelang (samen een meerderheid).

Dat betekent dat nu een onderzoek wordt gestart door het college zelf. Daarmee ontstaat dus de situatie dat de onderzochte zichzelf onderzoekt. Een kronkelige situatie dus.

Het college heeft beloofd dat de raad actief betrokken zal worden bij het formuleren van de onderzoeksopdracht. Een eerste formulering daarvan hebben we inmiddels gezien. En dat hebben we als “broddelwerk” getypeerd. Voorlopig belooft dat niet veel goeds…